Vraag
Ondernemingen zoals loonbedrijven of bedrijven die goederen in magazijnen opslaan maken gebruik van voertuigen. Voor de daarmee gepaard gaande risico’s heeft een verstandige ondernemer naast de verplichte WAM-verzekering (Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen) natuurlijk een werkmaterieelverzekering, bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering of nog weer een andere verzekering afgesloten. Er is sprake van zogenaamde samenloop (dubbele verzekering) wanneer hetzelfde belang op meer dan één polis tegen hetzelfde gevaar is verzekerd. De ondernemer merkt er waarschijnlijk niets van, maar achter de schermen kan een hevige (juridische) strijd tussen zijn verzekeraars losbarsten over welke (soort) verzekering een concrete schade dient te dekken.
Welke verzekering is wanneer van toepassing in geval van samenloop tussen de WAM-verzekering en een ander soort verzekering?
Antwoord
Blijkens artikel 2 WAM / Artikel 3 WAM richtlijn (EU)[1] dient de wettelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de deelneming aan het verkeer van voertuigen te worden verzekerd. Doorslaggevend is daarbij het begrip ‘deelneming aan het verkeer’. Dit is een autonoom begrip dat uniform – dat wil zeggen in de hele EU op dezelfde wijze – moet worden uitgelegd. Zodoende is primair de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJEU) van belang. In het Vnuk-arrest (2014)[2] heeft het HvJEU bepaald dat onder ‘deelneming aan het verkeer van voertuigen’ elk gebruik valt van een voertuig dat overeenstemt met de gebruikelijke functie van dit voertuig.
Maar hoe zit dat dan met bijvoorbeeld een tractor? En nog specifieker, op particulier terrein? Toevallig speelde ook dit precies in het Vnuk-arest (2014). Daar reed een tractor met een aanhangwagen op de binnenplaats (particulier terrein) van een boerderij een ladder omver waarop op dat moment de heer Vnuk stond. Volgens het HvJEU kwalificeert dit als normaal gebruik (disclaimer: het rijden, niet het aanrijden) van het voertuig en was daarom de WAM van toepassing.[3] Ook op een particulier terrein kan dus worden deelgenomen aan het verkeer!
Nu hoor ik u denken: wat als mijn voertuig geparkeerd staat tussen twee ritten? Ook dit valt in beginsel onder het gebruik van het voertuig overeenkomstig zijn functie en daarmee onder de WAM.[4]
Multifunctionele voertuigen
Er wordt ook veelvuldig gebruik gemaakt van ‘multifunctionele voertuigen’, bijvoorbeeld in magazijnen maar ook in andere situaties. Wat zijn dit? Dit zijn voertuigen in de zin van de WAM die kunnen rijden, maar ook als werktuig worden gebruikt: tractors, vorkheftrucks of bijvoorbeeld mobiele kranen. In dat kader bespreken we eerst een uitspraak van het HvJEU en daarna een uitspraak van onze eigen Hoge Raad.
HvJEU-arrest Rodrigues de Andrad (2017)[5]
Dit betrof een stilstaande tractor die bestrijdingsmiddelen in een wijngaard aanbracht. De motor was actief om de pomp aan te drijven waarmee het bestrijdingsmiddel werd gesproeid. Door het gewicht van de trekker en de trillingen van de motor en de pomp ontstond een grondverschuiving. De tractor werd hierin meegesleurd en een werknemer kwam noodlottig onder de tractor terecht. Valt de schade die hieruit ontstond ook onder de WAM?
Het HvjEU overwoog dat niet elk gebruik van een multifunctioneel voertuig onder de verplichte WAM-dekking valt. Uiteraard wel als het ten tijde van het ongeval wordt gebruikt als vervoermiddel.
Wat onderzocht dient te worden bij een ongeval met een multifunctioneel voertuig is of het voertuig op het moment waarop het bij een ongeval betrokken raakte als vervoermiddel werd gebruikt of slechts als machine. Bij gebruik als vervoermiddel is sprake van deelneming aan het verkeer en bij gebruik als machine niet.
Dat het voertuig stilstond toen hiermee een ongeval plaatsvond sluit op zich niet uit dat het gebruik van dat voertuig op dat moment kan vallen onder de functie vervoermiddel en bijgevolg onder het begrip „deelneming aan het verkeer. Ten tijde van het ongeval met de betrokken tractor in de wijngaard was de voornaamste functie van die tractor niet die van vervoermiddel, maar van machine die de benodigde motorkracht opwekte (generator) om de pomp van een bestrijdingsmiddelensproeier aan te drijven. Zodoende viel deze situatie niet onder ‘deelneming aan het verkeer’ en was de WAM hier niet van toepassing.
HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:877, NJ 2018/269[6]
De zaak in dit arrest van de Hoge Raad betrof een ongeval met een vorkheftruck die werd gebruikt bij het plaatsen van betonnen elementen. Deze betonnen elementen van zes meter lang werden in een werkplaats één voor één uit de voorraad gehaald en vervoerd naar de plaats waar de elementen op elkaar werden gestapeld. Omdat het zicht van de bestuurder door de gebruikte constructie (waarbij een betonnen element boven op een kist op de vorkheftruck was geplaatst) beperkt was, kwam de vorkheftruck bij het naar voren rijden in aanraking met een betonnen element dat los op de werkvloer stond. Dat element viel om en kwam op de benen van het slachtoffer terecht, met ernstig letsel als gevolg.
Omdat er sprake was van het vervoeren van betonnen elementen en schade veroorzaakt door het naar voren rijden, was er volgens het Hof sprake van gebruik van het voertuig conform de gebruikelijke functie daarvan en dus van verkeersdeelname in de zin van de WAM. De Hoge Raad bevestigde dat oordeel van het Hof en verwees daarbij naar de HvJEU arresten Andrade en Vnuk. Daaruit volgt dat het van de omstandigheden van het geval afhangt of een motorrijtuig wordt gebruikt om deel te nemen aan het verkeer of als werktuig.
Conclusie
Een voertuig dat uitsluitend dient om als vervoermiddel te worden gebruikt zal in bijna alle gevallen deelnemen aan het verkeer. Bij multifunctionele voertuigen hangt dit af van de functie van het voertuig op het moment waarop het bij een ongeval betrokken raakt. Daarbij spelen de omstandigheden van het geval een grote rol bij de invulling van de functie als zijnde vervoermiddel dan wel machine. Afhankelijk daarvan moet bepaald worden welke verzekering de schade moet vergoeden.
[1] Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PbEU 2009, L 263/11).
[2] HvJEU 4 september 2014, C-162/13, ECLI:EU:C:2014:2146, RAV 2014, 97 (Vnuk).
[3] HvJEU 4 september 2014, C-162/13, ECLI:EU:C:2014:2146, RAV 2014, 97 (Vnuk).
[4] HvJEU 15 november 2018, ECLI:EU:C:2018:917 (Baltic Insurance Company).
[5] HvJEU 28 november 2017 zaak C-514/16, ECLI:EU:C:2017:908, RAV 2018, 22 (Rodrigues de Andrad).
[6] HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:877, NJ 2018, 269