Bereik ons

Contactgegevens HerikVerhulst

Tel: +31 10 41 000 55

Email: info@herikverhulst.nl

Contactformulier: Klik hier

Adres:
“Wilhelminatoren”
Wilhelminaplein 16
3072 DE Rotterdam

Contactgegevens Herik & Verhulst

Tel: 010 41 000 55

Email: info@herikverhulst.nl

Contactformulier: Klik hier

Adres: Klik hier

Q&A Haven & Handel Deel 1 – De (Olympische) Race to the Court

HerikVerhulst krijgt geregeld vragen van logistiek dienstverleners over juridische kwesties rond het goederenvervoer. De werkelijkheid van de advocaat en de werkelijkheid van de mensen achter het stuur, het roer of de e-ABS staan soms ver bij elkaar vandaan.

Wij willen daarom met de ‘HerikVerhulst Vraagbaak’ snelle antwoorden geven op veel voorkomende vragen. Zo willen wij onze cliënten uit de logistieke wereld inzicht geven in: ‘Waarom doet de advocaat wat ‘ie doet?’

 

Vraag

Stel, uw bedrijf regelt al jaren het wegvervoer van de sportspullen voor TeamNL. Femke moet rennen in Boedapest? Uw trucks brengen de spikes. Harrie moet fietsen in Parijs? Uw trucks bezorgen de doortrappers en de bandenplaksets.

Op een dag wordt u gebeld door uw chauffeur. Tijdens een tussenstop op een afgelegen weg langs de A1 bij Chamant, Frankrijk is de chauffeur overvallen. TeamNL-fiets weg, Oranje wielershirt weg, helm weg. Mogelijk gaat het om een laatste poging van de concurrentie om ‘Hattrick Harrie’ van het goud af te houden.

U belt gelijk uw vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar. Uw vaste contactpersoon stelt u gerust. De schade is gedekt en de verzekeraar schakelt een advocaat in om ermee aan de slag te gaan.

Tot uw grote schrik ontvangt u enkele dagen later een boos telefoontje van TeamNL. De advocaat heeft uw vaste zakenrelatie TeamNL gedagvaard. Terwijl nu juist TeamNL-spullen zijn verdwenen, en nota bene terwijl die spullen onder de hoede van uw bedrijf waren! Waarom doet de transportrechtadvocaat dit?

 

Antwoord 

De wereld op zijn kop? Toch is dit voor transportrechtadvocaten heel normaal.

Dit komt omdat Nederland de ‘truc’ van de negatieve verklaring van recht procedure voor CMR-wegvervoerzaken kent.

In deze procedure vraagt de wegvervoerder die schade heeft veroorzaakt (of onder wiens hoede de lading is verdwenen) de Nederlandse rechter om te verklaren dat hij geheel niet aansprakelijk is, of dat hij gerechtigd is zich te beroepen op de CMR-limiet van SDR 8,33 (ca. 10 euro) per kilo verloren of beschadigde goederen.

Dat maakt in het bovenstaande voorbeeld een groot verschil. De Koga Kinsei Pro 2024 waar de Nederlandse baanwielrenners op rijden weegt nog geen 8 kilo maar kost ongeveer EUR 10.000! Grofweg een verschil in aansprakelijkheid van de wegvervoerder van EUR 80 ten opzichte van EUR 10.000.

Voor het wegvervoer geldt het CMR-verdrag waar de aansprakelijkheidsbeperking in is opgenomen in heel Europa (en ver daar buiten). Het verdrag wordt echter in elk land net iets anders uitgelegd waardoor het voor de vervoerder niet altijd mogelijk is om zijn aansprakelijkheid te beperken.

Artikel 29 CMR bepaalt echter dat een vervoerder zijn aansprakelijkheid niet kan beperken:
indien de schade voortspruit uit zijn opzet of uit schuld zijnerzijds, welke volgens de wet van het gerecht, waar de vordering aanhangig is, met opzet gelijk wordt gesteld’.

Met uitzondering van de situatie dat de wegvervoerder, zijn ondervervoerder of de chauffeur, zelf betrokken was bij de diefstal wordt de uitzondering van artikel 29 CMR in Nederland slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast.[1] Dit gaat zelfs zo ver dat er juridische schrijvers zijn die stellen dat doorbraak van de CMR-aansprakelijkheidslimiet in Nederland nagenoeg onmogelijk is. (Wederom, met uitzondering van bijzondere gevallen waaronder betrokkenheid van de vervoerder zelf bij de diefstal.)

In andere landen wordt artikel 29 CMR veel sneller toegepast. In Duitsland en Spanje is dit bijvoorbeeld mogelijk als de wegvervoerder redelijke instructies van zijn opdrachtgever niet heeft opgevolgd. In Frankrijk kan, versimpeld gezegd, artikel 29 CMR mogelijk worden toegepast als de wegvervoerder, zoals in onze casus, onbewaakt op een afgelegen landweg parkeerde terwijl hij wist dat dit onveilig was gezien de kostbare aard van de lading.[2]

Door snel in Nederland een procedure te beginnen kunnen de wegvervoerder en zijn verzekeraar die gunstige Nederlandse jurisdictie en dus de beperking van aansprakelijkheid veiligstellen.

Recent heeft Hof van Justitie van de EU nog in het ‘Gjensidige’-arrest[3] onder andere opnieuw bevestigd dat zodra in Nederland een procedure is gestart waarin een negatieve verklaring van recht wordt gevraagd in CMR-zaken, latere procedures in een andere EU-lidstaat moeten worden opgeschort totdat de Nederlandse rechter een definitieve beslissing heeft genomen.

Een vervoerder die een negatieve verklaring van recht aanvraagt, is erbij gebaat dat deze verklaring tegen zoveel mogelijk bij het transport betrokken partijen wordt uitgesproken. Dit betekent dat de advocaat van de vervoerder in zo’n procedure vaak meerdere partijen dagvaardt, waaronder in ieder geval de vorderingsgerechtigde ladingeigenaar, maar ook mogelijk vorderingsgerechtigde partijen zoals afladers, expediteurs, warehousers, verzekeraars en andere tussenpersonen.

Het komt daardoor regelmatig voor dat het telefoontje “Help, een dagvaarding!” niet gevolgd wordt door een daadwerkelijke procedure, omdat de gedagvaarde partij geen vorderingsrecht heeft of omdat voortijdig een schikking op basis van de CMR-aansprakelijkheidslimiet wordt getroffen.

Kortom, bij schades bij wegvervoer waar het pad naar de Nederlandse rechter openstaat zal een advocaat de wegvervoerder adviseren zo snel mogelijk naar de Nederlandse jurisdictie te sprinten. Op die manier wordt de CMR-aansprakelijkheidslimiet veiliggesteld en wordt voorkomen dat de ladingbelanghebbende partij in Duitsland, Frankrijk of een andere CMR-staat een schadeprocedure zal starten.

De keerzijde van de medaille is dat de schadelijdende partij, zoals TeamNL, zo snel mogelijk in een ‘ladingvriendelijke’-jurisdictie een procedure tegen de vervoerder zal willen starten. Deze ‘wedstrijd’ heet The Race to the Court of ‘forumshopping’. Bij schades in het wegvervoer gaat de winnaar van die wedstrijd gaat er met het spreekwoordelijke goud vandoor.

Heeft u ook vragen over het transportrecht? Stuur Rik van Waasbergen, Sander Metzelaar of Wiebe Wajer een e-mail of bel ons met uw vraag (+31 10 41 000 55).

 

[1] Hoge Raad 5 januari 2001, S&S 2001/61 en 62.

[2] Cass. com. 21 Nov. 2018, n°17-17.468 : Dalloz actu., 041218 obs. X. Delpech (link).

[3] HvJ EU 21-03-2024, ECLI:EU:C:2024:252.