Arbeidsrecht 2021- I
Geen seminar, maar een nieuwsbrief!
Klik hier om dit nieuwsbericht in PDF te downloaden.
Inleiding
Normaal zouden we u hebben verwelkomd op ons jaarlijks arbeidsrechtelijke seminar. Vanwege de huidige COVID-19 maatregelen is dat helaas niet mogelijk. Om u het jaar 2021 niet met lege handen te laten beginnen, ontvangt u de komende vier weken een nieuwsbrief van ons. In deze nieuwsbrieven brengen wij u op de hoogte van de relevante arbeidsrechtelijke ontwikkelingen. De onderwerpen die centraal staan in deze nieuwsbrieven zijn:
- Wetswijzigingen 2021
- Actualiteiten arbeidsrecht, coronarechtspraak
- Reorganiseren: makkelijker kunnen we het niet maken, wel overzichtelijker
- Actualiteiten arbeidsrecht, Hoge Raad
Deze nieuwsbrieven zullen ook geplaatst worden op onze vernieuwde website. Wij zullen daarop regelmatig nieuwsitems en andere informatie plaatsen. Ook nodigen wij u van harte uit om een kijkje te nemen op onze. Hier zetten wij met enige regelmaat nieuwsitems en informatieve bijdragen op.
(Verwachte) Wetswijzigingen 2021
Deze nieuwsbrief staat in het teken van de (verwachte) wetswijzigingen voor het 2021. We zullen hier een korte toelichting geven op de meest relevante wetswijzigingen voor dit jaar. De wijzigingen waar wij bij stil zullen staan zijn:
- compensatie transitievergoeding kleine werkgevers;
- reiskostenvergoeding bij thuiswerken;
- NOW 3;
- Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen;
- adequate pensioenregeling voor payrollwerknemers;
- maximum transitievergoeding;
- RIV-toets: oordeel bedrijfsarts wordt leidend;
- sluiting rookruimtes;
- handhaving Wet DBA;
- Wet bestuur en toezicht;
- wijziging werkkostenregeling;
- nieuwe norm voor de 30%-regeling.
1. Compensatie transitievergoeding kleine werkgevers
Bij bedrijfsbeëindiging als gevolg van pensionering of overlijden van de werkgever kunnen kleine werkgevers vanaf 1 januari 2021 compensatie van de aan de werknemers betaalde transitievergoeding aanvragen bij UWV. Dit geldt zowel voor de werkgever als natuurlijke persoon in een eenmanszaak, vof, cv, of maatschap. Ook geldt dit in geval van overlijden of pensionering van de DGA van een B.V. en N.V.
Om voor compensatie in aanmerking te komen moet het gaan om een kleine werkgever met minder dan 25 werknemers en moet er voor tenminste één van deze werknemers door UWV een ontslagvergunning zijn verleend wegens bedrijfsbeëindiging.
2. Reiskostenvergoeding bij thuiswerken
Vanwege de COVID-19 maatregelen werken veel werknemers (gedeeltelijk) thuis. Tot
1 april 2021 kunt u de vaste reiskostenvergoedingen in dat geval onbelast blijven doorbetalen op basis van het ‘oude’ werkpatroon. Voorwaarde hiervoor is dat de vaste reiskostenvergoeding al vóór 13 maart 2020 door u werd toegekend aan de werknemer.
3. NOW 3
De NOW-subsidie loopt in 2021 door. Per 1 januari 2021 start de tweede tranche van de NOW 3, oftewel de NOW 3.2. De laatste tranche, NOW 3.3, gaat op 1 maart 2021 in en loopt tot 1 juni 2021. In verband met de aangescherpte maatregelen zal de compensatie van de loonsom worden verhoogd naar 85% in tegenstelling tot de eerder aangekondigde 80%.
Voor meer informatie over de verschillende NOW-regelingen, download hier het schema waarin de meest recente wijzigingen zijn verwerkt.
4. Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen
Op 12 januari 2021 heeft de Eerste Kamer het wetvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen aangenomen. Er komt daardoor meer fiscale ruimte voor werkgevers om de arbeidsovereenkomst met oudere werknemers te beëindigen. Naar verwachting zal deze wet met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 in werking treden en zullen de volgende drie regelingen gelden:
4.1. Bedrag ineens
Werknemers die pensioen hebben opgebouwd, kunnen er op de pensioendatum voor kiezen om onder bepaalde voorwaarden eenmalig een bedrag ineens op te nemen. Dit is mogelijk voor maximaal 10% van het opgebouwde ouderdomspensioen.
4.2. Versoepeling RVU-heffing
Als een regeling met een werknemer wordt gesloten die met name is bedoeld om de periode tot aan de pensionering van een werknemer te overbruggen, wordt dat vaak gezien als een Regeling Vervroegd Uitdiensttreding (RVU). Als een regeling wordt aangemerkt als RVU, wordt daarover een pseudo-eindheffing (RVU-heffing) geheven van 52%.
Op basis van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen zal een zogenaamde tijdelijke RVU-drempelvrijstelling worden ingevoerd. Dat houdt in dat een bepaald bedrag wordt vrijgesteld van een RVU-heffing. Hierdoor wordt het voor werkgevers in bepaalde gevallen mogelijk om met oudere werknemers afspraken te maken over eerder stoppen met werken. De RVU-vrijstelling zal tot en met 2025 gelden.
De belangrijkste voorwaarden voor de RVU-drempelvrijstelling zijn:
- de uitkering ingevolge de RVU-regeling wordt toegekend in (maximaal) 36 maanden voorafgaand aan de AOW-leeftijd van de werknemer;
- de werknemer heeft uiterlijk 31 december 2025 de leeftijd bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt;
- de RVU-drempelvrijstelling bedraagt per maand maximaal een bedrag gelijk aan het gebruteerde nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen (voor 2021: EUR 1.847,– per maand).
Een voorbeeld ter verduidelijking:
Werknemer bereikt op 1 januari 2024 zijn AOW-leeftijd. Hij ontvangt op 1 januari 2022 een eenmalige RVU-uitkering van zijn werkgever ter hoogte van € 57.600. De periode tussen het ontvangen van de RVU-uitkering en het bereiken van de AOW-leeftijd bedraagt 24 maanden. De vrijstelling bedraagt € 44.328 (24 maanden maal € 1.847). Over een bedrag van € 13.272 (de RVU-uitkering van € 57.600 minus de drempelvrijstelling van € 44.328) is de werkgever RVU-heffing verschuldigd.
Momenteel kan een werkgever een werknemer de mogelijkheid bieden om maximaal 50 weken vakantieverlof te sparen. Dit vakantieverlof kan de werknemer aanwenden voor bijvoorbeeld een sabbatical of om eerder te stoppen met werken. De reguliere inhoudingen worden verricht op het moment dat het vakantieverlof wordt opgenomen. Het maximale aantal weken verlofsparen worden verhoogd naar 100 weken. Naar verwachting zal met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 ingaan. Verlofsparen is enkel mogelijk door middel van bovenwettelijk verlof.
5. Adequate pensioenregeling voor payrollwerknemers
Met de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is bepaald dat voor payrollwerknemers per 1 januari 2021 een adequate pensioenregeling moet worden getroffen. Per die datum vallen de payrollwerknemers niet meer onder STIPP. De payrollwerkgever zal zelf voor een adequate pensioenregeling moeten zorgdragen. Aan een ‘adequate pensioenregeling’ is in ieder geval voldaan indien de pensioenregeling vergelijkbaar is met de pensioenregeling voor vergelijkbare werknemers van de inlener of in de betreffende sector.
6. Maximum transitievergoeding
De maximale transitievergoeding wordt per 1 januari 2021 verhoogd naar EUR 84.000 bruto of één jaarsalaris indien een jaarsalaris hoger is dan dit bedrag.
7. RIV-toets: oordeel bedrijfsarts wordt leidend
Op 1 oktober 2020 is een wetvoorstel ingediend waarbij het advies van de bedrijfsarts over belastbaarheid van werknemer voor het UWV leidend wordt bij de beoordeling van het re-integratieverslag (RIV-toets). Dit betekent dat indien er een verschil van inzicht is tussen de verzekeringsarts van het UWV en de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer, geen loonsanctie meer zal worden opgelegd aan de werkgever. De voorwaarde daarbij is wel dat de adviezen van de bedrijfsarts zijn opgevolgd. In een dergelijke situatie wordt de werkgever dus niet meer de dupe van een discussie tussen het UWV en de bedrijfsarts. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 september 2021.
8. Sluiting rookruimtes
Op 6 oktober 2020 is een concept besluit gepubliceerd waarin wordt beoogd de sluiting van rookruimtes te vervroegen. Op basis van dit besluit is het voornemen om per 1 juli 2021 de rookruimtes te verbieden in (semi)publieke en openbare gebouwen en per 1 januari 2022 voor het bedrijfsleven.
9. Handhaving Wet DBA
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) beoogt de schijnzelfstandigheid van zzp’ers tegen te gaan. In de voortgangsbrief d.d. 16 oktober 2020 wordt een update gegeven over de stand van zaken over de ‘maatregelen werken als zelfstandige’. In deze brief wordt aangegeven dat de periode waarin de wet DBA niet wordt gehandhaafd wordt verlengd tot oktober 2021. Het is verstandig om voor 1 oktober 2021 te beoordelen of een ingehuurde ZZP’er niet toch als werknemer dient te worden aangemerkt.
Het kabinet is een pilot gestart met een online vragenlijst, de zogenaamde webmodule, waarmee de arbeidsrelatie kan worden bepaald. Deze webmodule kunt u vinden door hier te klikken.
10. Wet bestuur en toezicht
Met ingang van 1 juli 2021 treedt de wet bestuur en toezicht in werking. Door deze wet worden enkele wettelijke regelingen die gelden voor een B.V. en N.V. ook van toepassing voor stichtingen (en verenigingen). Dit is een opsomming van de belangrijkste wijzigingen:
- er komt een wettelijke grondslag voor de invoering van een toezichthoudend orgaan voor verenigingen en stichtingen;
- er komt een verplichting om te voorzien in een statutaire regeling voor ontstentenis en belet van een stichting/vereniging bestuurder;
- voor een bestuurders van een stichting zal het niet langer mogelijk zijn om een arbeidsovereenkomst te herstellen. Dit wordt gelijk getrokken met de bestuurders van een B.V. of N.V.
Met name de laatste wijziging zal de meest in het oog springende wijziging zijn. Dit betekent namelijk dat de ontslagbescherming van de stichting bestuurder zal afnemen doordat er geen preventieve ontslagtoets meer zal zijn.
11. Wijziging werkkostenregeling
Anders dan de oorspronkelijke aankondiging, zal de vrije ruimte voor de werkkostenregeling niet geheel worden verlaagd in 2021. Dit is onderdeel van belastingmaatregelen die zijn getroffen wegens COVID-19. De vrije ruimte in 2021 bedraagt 3% over de eerste EUR 400.000,– van de loonsom.
De vrije ruimte over het deel van de loonsom boven de EUR 400.000,– bedraagt 1,18% (dit was in 2020 nog 1,2%). Bij overschrijding van de vrij ruimte moet 80% eindheffing worden betaald.
12. Nieuwe norm voor de 30%-regeling
Voor werknemers uit het buitenland die tijdelijk in Nederland komen werken en die een specifieke deskundigheid hebben die schaars is in Nederland geldt de (fiscale) 30%-regeling.
Op basis van deze regeling kan 30% van het brutoloon onbelast worden betaald aan deze werknemers.
Voorheen kon u maximaal 8 jaar gebruik maken van de 30%-regeling. In 2019 is deze duur, met een overgangsregeling, verkort naar 5 jaar. Deze overgangsregeling is geëindigd per 1 januari 2021.
In 2021 s de salarisnorm om aanspraak te kunnen maken op de 30%-regeling daarnaast verhoogd. De buitenlandse werknemer moet in 2021 minstens EUR 38.961,– bruto op jaarbasis verdienen, exclusief de vrije 30% kostenvergoeding. Voor werknemers jonger dan 30 met een masterdiploma geldt een norm van EUR 29.616,–. Indien het jaarinkomen onder deze salarisnorm ligt, bestaat geen recht op de 30%-regeling.
Indien u voor werknemers in 2020 gebruik heeft gemaakt van de 30% regeling, is het verstandig dat in 2021 de hogere salarisnorm wordt gehaald.
Afsluiting
Na het lezen van deze bijdrage bent u weer op de hoogte van de meest recente en de op korte termijn te verwachten wetswijzigingen. Volgende week ontvangt u van ons een nieuwsbrief waarin de gepubliceerde corona-uitspraken zullen worden behandeld.
Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen, of wilt u graag overleggen, neem dan gerust contact op met onze arbeidsrechtsectie. Wij helpen u graag verder!
HerikVerhulst N.V.
Sectie Arbeidsrecht:
Mieke Bestebreurtje |
Helma van Dijk |
Erick Hagendoorn |
|
||
Arjen Kampherbeek |
Laura Smit |
|